
Conflictmanagement
In hedendaags conflictmanagement verschuift de focus van beheersing naar betekenisgeving. Waar klassieke benaderingen zich vaak toeleggen op het oplossen of neutraliseren van spanningen, beschouwt procesconsultancy conflict als een uitnodiging tot gezamenlijk onderzoek. De consultant fungeert niet langer als externe expert die orde schept, maar als procesbegeleider die samen met de betrokkenen een veld opent waarin verschil, onzekerheid en kwetsbaarheid bespreekbaar worden.
Deze benadering vraagt om een herwaardering van de relatie zelf als dragende grond van het werk. Edgar Schein benoemt dit als de Level Two Relationship: een professionele verhouding die niet rust op hiërarchie, afstand of expertise, maar op vertrouwen, nabijheid en wederkerige betrokkenheid. Binnen zo’n relatie positioneert de conflictmanager zich niet boven of buiten het veld, maar naast: beschikbaar, aanspreekbaar, zorgvuldig aanwezig.
Gelijkwaardig, maar niet symmetrisch
Het centrale principe van deze aanpak is gelijkwaardigheid zonder symmetrie. Zowel consultant als cliënt brengen hun ervaring, intuïtie en gevoeligheid in, maar vanuit verschillende rollen. Juist in die ongelijkheid ontstaat betekenis. De conflictmanager toont zich responsief zonder zich te verliezen, geeft ruimte zonder richting op te geven, en blijft nabij zonder te versmelten.
In deze gedeelde ruimte wordt niet enkel de cliënt begeleid. Ook de consultant laat zich raken, spiegelen, bevragen. Onzekerheid wordt niet uit de weg gegaan, maar gedeeld als bron van gezamenlijke reflectie. Twijfel geldt niet als zwakte, maar als opening naar iets wat zich nog niet laat benoemen. Zo ontstaat een tweede niveau van conflictmanagement: niet de instrumentele interventie staat centraal, maar de co-existerende subjectiviteit in het hart van de ontmoeting.
De verleiding van archetypes
Toch is deze verhouding fragiel. Organisaties projecteren al snel archetypische rollen op de consultant:
– De redder, die ingrijpt en oplost;
– De expert, die weet en oordeelt;
– De buitenstaander, die objectief blijft.
Deze verwachtingspatronen sluipen onmerkbaar binnen. Ze reduceren de relationele dynamiek tot eenrichtingsverkeer, waarin conflictmanagement verwordt tot het aanreiken van modellen, analyses of “best practices” die onvoldoende geworteld zijn in de concrete werkelijkheid van de betrokkenen.
Zodra dat gebeurt, verliest het conflict zijn situering. De vraag wordt niet meer onderzocht, maar ingevuld — en daarmee verdwijnt precies datgene wat conflict zo betekenisvol maakt: de mogelijkheid om iets nieuws te laten verschijnen.
Relationele contractering als fundament
Een krachtig antwoord op die vervlakking ligt in relationele contractering vóór inhoudelijke contractering. Voor een gesprek over wat moet worden opgelost, hoort een gesprek over hoe we met elkaar omgaan. Wie spreken we aan? Hoe gaan we om met macht, met stilte, met verschil? Wat laten we toe — en wat niet?
Die contractering vraagt om traagheid en moed. Ze dwingt tot explicitering van onderstroom en onderlinge verhoudingen. Een Level Two-relatie ontstaat niet spontaan, maar wordt geconstrueerd door positionering, afstemming en het delen van verantwoordelijkheid.
Conflictmanagement als politieke praktijk
In die zin is conflictmanagement geen neutrale of technische bezigheid, maar een politieke praxis. Niet in de grootse betekenis van beleidsniveau, maar in de kleine, concrete gebaren van aandacht, erkenning en grensbewaking. De conflictmanager die zich zo positioneert, faciliteert niet enkel een oplossing — hij of zij creëert een ruimte waarin verschil niet moet worden opgelost, maar betekenisvol kan worden.
Door het proces te structureren vanuit een oprecht en authentie niet-weten en niet-sturen, wordt de consultant een begeleider van beweging. Zo transformeert conflictmanagement tot een ethische vorm van procesconsultancy: niet gericht op snelle oplossingen, maar op duurzame situering en gedeelde verantwoordelijkheid.
Meer leren over conflicten? Volg de gratis e-learning.