Bemiddeling

Als de samenwerking stokt

In elke organisatie ontstaan spanningen, omdat mensen niet alleen botsen op elkaar, maar ook op onduidelijke afsprakendubbele verwachtingen en stroeve structuren. Daardoor laten deze spanningen zich vaak moeilijk vatten in één gesprek of beslissing. Toch is het precies daar dat bemiddeling in organisaties het verschil maakt: door spanning zichtbaar te maken, verhoudingen te herstellen en samenwerking opnieuw werkbaar te maken.

Betekenisgeving en afstemming

Bemiddeling in organisaties richt zich op situaties waarin de onderlinge samenwerking verstoord is geraakt. Dat kan gaan om conflicten tussen collega’s, spanningen in teams of om misverstanden tussen leidinggevenden en medewerkers. Vaak spelen er meerdere lagen tegelijk: rolonduidelijkheid, informele machtsverhoudingen, gebrekkige besluitvorming of het ontbreken van gedragen afspraken.

In plaats van te focussen op schuld of gelijk, brengt de bemiddelaar structuur in het gesprek:

– Wat is het dat werkelijk verschijnt?

– Welke elementen speelt er op relationeel, inhoudelijk en organisatorisch niveau?

– Wat hebben de betrokkenen nodig om weer in verhouding te kunnen treden?

Door gedrag te situeren in de bredere context van gezag, verantwoordelijkheid en afhankelijkheid, ontstaat er ruimte voor heldere afspraken over rolverdeling, overlegstructuren en gedeeld eigenaarschap.

Bemiddeling in organisaties werkt waar mensen moeten blijven samenwerken, ondanks verschil of breuklijn. Ze ondersteunt teams in het vinden van een nieuwe balans, zonder het conflict weg te duwen.

Bemiddeling in sociale zaken: tussen werk, welzijn en wetgeving

Bemiddeling in sociale zaken speelt zich af op het raakvlak van arbeid, welzijn en regelgeving. Ze komt in beeld bij situaties waarin samenwerking onder druk staat door ziekte, verzuim, burn-out, grensoverschrijdend gedrag of langdurige afwezigheid. Ook spanningen bij hertewerkstelling of re-integratie maken hier deel van uit.

De bemiddeling sluit aan bij de wettelijke kaders zoals de wet op de bemiddeling, het arbeidsrecht en de welzijnswet, maar vertrekt tegelijk vanuit de concrete beleving van betrokkenen. Werkgevers en werknemers worden uitgenodigd om te spreken over wat er moeilijk loopt, wat zij nodig hebben om opnieuw tot samenwerking te komen, en hoe dit vorm kan krijgen binnen de juridische en organisatorische context.

In plaats van te juridiseren, ondersteunt bemiddeling in sociale zaken het gesprek over verwachtingen, grenzen, plichten en mogelijkheden. Zo wordt ruimte gemaakt voor duurzame oplossingen en gedragen afspraken.

De kracht van bemiddeling in organisaties ligt in het situeren van gedrag, spanningen en conflict in hun werkelijke bedding. Wat op het eerste gezicht een discussie lijkt, is altijd verbonden met de diepere lagen van de menselijke psyche.

Bemiddeling helpt om:

  • spanningen te benoemen zonder te veroordelen;
  • behoeften zichtbaar te maken zonder ze te psychologiseren;
  • nieuwe afspraken te bouwen zonder voorbij te gaan aan wat geraakt is.

Het doel is geen onmiddellijke oplossing, maar hernieuwde verhouding: mensen die opnieuw met elkaar in gesprek kunnen, op een manier die recht doet aan de complexiteit van hun situatie.

De juridische vorm van bemiddeling (zoals omschreven in het Gerechtelijk Wetboek) is slechts één vorm van conflicthantering. Naast deze bestaat een bredere praktijk van informele bemiddeling, die bijvoorbeeld voorkomt in de welzijnswet, in de praktijk van vertrouwenspersonen, of in de organisatiepsychologie.

In deze context is bemiddeling geen juridische handeling, maar een psychosociaal proces. Het doel is niet een juridisch bindend akkoord, maar een herstel van communicatie, wederzijds begrip en werkbare afspraken die recht doen aan de beleving van betrokkenen.

Bemiddeling: een vlag met verschillende ladingen

Omdat niet altijd duidelijk is wat er met “bemiddeling” precies wordt bedoeld, moeten we dus zorgvuldig het onderscheid maken tussen bemiddeling als juridische praktijk en bemiddeling als therapeutische interventie.

Concreet:

  • Bemiddeling in sociale zaken (strictu sensu): voor geschillen die vatbaar zijn voor een dading in, tussen en met organisaties;
  • verzoening in het kader van de informele procedure van de welzijnswet: voor psychosociale conflicten, waarbij samenwerking, onderlinge percepties en subjectieve beleving centraal staan;
  • Bemiddeling onder de noemer van teaminterventies: naar aanleiding van spanningen of met het oog op herstel;
  • Bemiddeling in en tussen directies, raden van bestuur in het kader van specifieke regelingen;
  • Collectieve bemiddeling: voor spanningen tussen representatieve organen (vb. werkgevers vs vakbonden), waarvoor aparte procedures bestaan.