Risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie
De FOD WASO verduidelijkt in haar meest recente FAQ hoe de risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie (artikel I.3-4 van de Codex) moet worden begrepen en toegepast. Deze analyse vormt een belangrijk onderdeel van het dynamisch risicobeheerssysteem binnen het welzijnsbeleid en heeft als doel collectieve psychosociale gevaren in een concrete werksituatie op te sporen, te beoordelen en te verminderen.
1. Doel en aard van de analyse
De analyse richt zich uitsluitend op collectieve risico’s die voortkomen uit de organisatie van het werk. Ze wil niet oordelen over individuen of hun functioneren, maar structurele oorzaken van psychosociale belasting zichtbaar maken. De werkgever is verantwoordelijk voor de uitvoering, in samenwerking met de werknemers en de preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS).
De Codex stelt duidelijk dat de risicoanalyse geen individueel onderzoek is:
“Het gaat dus niet om de situatie van een individuele werknemer of van meerdere werknemers die zich apart in verschillende situaties bevinden.”
2. Mate van detail en de “5 A’s”
Bij de uitvoering moet aandacht worden besteed aan de vijf dimensies van de arbeidscontext — arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en interpersoonlijke relaties — maar het is niet verplicht elk domein in detail te rapporteren. De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) beoordeelt of de situatie voldoende onderzocht werd en kan bijkomende toelichting of verdieping vragen.
3. Vorm van uitvoering
De Codex schrijft geen vaste vorm voor: de werkgever kan de analyse uitvoeren via gesprekken, observaties of beperkte interviews. De omvang hangt af van de complexiteit van de situatie. Het doel blijft het opsporen van een collectief gevaar dat schade kan berokkenen aan werknemers in gelijkaardige omstandigheden.
4. Drempelwaarde en meldingsplicht
Er geldt geen minimumaantal meldingen. Zodra er een gevaar bestaat dat redelijkerwijs schade kan veroorzaken voor elke gemiddelde werknemer in die context, moet de werkgever passende maatregelen nemen. Eén melding kan dus volstaan om een objectief gevaar vast te stellen.
5. Anonimiteit en collectief karakter
De resultaten van de risicoanalyse moeten anoniem en collectief worden gerapporteerd. De verklaringen van werknemers mogen niet herleidbaar zijn tot personen en de beschrijving van het gevaar mag geen identificatietoelaten.
De FOD stelt uitdrukkelijk:
“Men dient erop te letten op het niveau van de psychosociale risicoanalyse te blijven en niet te vervallen in het schriftelijk aanklagen van deze persoon.”
6. Wanneer het gedrag van een leidinggevende aan bod komt
Als het waargenomen gevaar verband houdt met het gedrag van iemand uit de hiërarchische lijn, moet de analyse structureel en gedragsmatig worden gevoerd, niet persoonlijk of psychologisch. Er wordt gekeken naar functiegerelateerde factoren zoals communicatie, rolverdeling of informatiebeheer, niet naar persoonlijkheid of karakter
“Het lijkt ons neutraler om het onderzoek te voeren vanuit de hiërarchische positie van deze persoon, eerder dan vanuit zijn persoonlijkheid aangezien de functie op zich ook het voorwerp kan zijn van specifieke risicofactoren.”
7. Grenzen aan het delen van resultaten
De werkgever mag enkel informatie delen die:
ter zake dienend en proportioneel is,
past binnen het doel van preventie,
niet kan worden gebruikt voor evaluatie of sanctionering van individuen.
Ook het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) ontvangt enkel de geanonimiseerde samenvatting, nooit de ruwe analyse of identificeerbare gegevens.
8. Juridische bescherming tegen misbruik
De verwerking van gegevens in het kader van de risicoanalyse valt onder de GDPR-beginselen van rechtmatigheid, proportionaliteit en doelbinding.
“De gegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt, voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden, en niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden.”
Een risicoanalyse mag dus nooit worden aangewend als functioneringsbeoordeling of tuchtinstrument.
Samenvatting
De risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie is een collectieve en contextuele analyse die gericht is op het wegnemen van structurele psychosociale gevaren. Ze kent geen vaste vormvereisten of drempelwaarden, maar berust op proportionaliteit, anonimiteit en preventieve doelgerichtheid. De FOD WASO stelt duidelijk dat dit instrument niet mag worden gebruikt om individuele fouten of persoonlijk functioneren te beoordelen.



